Bodyhoop en topsport: 5 vragen aan Xander Gijtenbeek, zesvoudig Nederlands Kampioen IJsdansen.
Hoe ziet jouw schaatscarrière er uit?
Ruim 10 jaar heb ik op verschillende niveau’s aan kunstschaatsen gedaan. In die periode ben ik onder andere zesvoudig Nederlands Kampioen IJsdansen geworden, samen met mijn zus Marie-Louise. Ook heb ik meegedaan aan het eerste WK Synchroonschaatsen in 2000. Nu geef ik alleen nog lessen, en ben ik ook technisch jurylid bij wedstrijden.
Hoe vaak gebruik je de Bodyhoop en hoe lang per keer?
Ongeveer 2 á 3 keer per week, tussen de 8 en 10 minuten.
Wat doe je verder nog aan sport?
Naast het lesgeven en de reguliere baan, heb ik zo goed als geen tijd om verder nog te sporten. Wel doe ik minstens 1 keer in de week een uurtje algemene fitness en conditie.
Je vind Bodyhoopen een goede manier om aan je ‘core’ te werken, waarom precies?
Voor het rond draaien van de Bodyhoop gebruik je niet slechts één geïsoleerde spiergroep, maar juist door het bewegen van de gehele romp blijft de Bodyhoop in de lucht. De rotatie in de beweging geeft er ook nog een extra dimensie aan.
Denk je dat Bodyhoopen sporters zou kunnen helpen om beter te worden?
Naar mijn mening is het trainen van de ‘core’ van je body goed voor elke sport en sporter. Hierdoor krijg je meer stabiliteit en controle over je lichaam. Omdat je de basis snel leert, is het denk ik een leuke manier om als sporter mee aan de slag te gaan.
